ARC Main Page De Bezetting van Oost-Europa Ghettos Einsatzgruppen Gaswagen Trains

De doorgangsgetto’s in het district Lublin van IZBICA, PIASKI en REJOWIEC

Laatste Update 26 september 2006





Izbica Transit-Ghetto # 1
Izbica Doorgangsgetto # 1
Hoewel de Aktion Reinhard voornamelijk was gericht tegen de Joden in het Generalgouvernement, waren er ook mensen uit Duitsland, Oostenrijk, het protectoraat Bohemen en Moravië (Böhmen und Mähren) en Slowakije onder de slachtoffers.
Van maart tot juni 1942 werden circa 27.000 Joden van buiten het GG gedeporteerd naar Izbica (17.000 personen), Piaski (5.000) en Rejowiec (5.000). Doorgangsgetto’s (georganiseerd door het hoofdkwartier van Aktion Reinhard) werden ook ingericht in Opole Lubelskie, Deblin, Zamosc, Chelm, Wlodawa en Miedzyrzec Podlaski.
Al deze plaatsen waren dicht bij spoorbanen gelegen die verder leidden naar Belzec en Sobibor (Miedzyrzec Podlaski aan de spoorbaan naar Treblinka).
WWI Sawin
Sawin: Werk voor WWI
Volgens tal van getuigenverklaringen van overlevenden en Polen, waren de gedeporteerden ervan overtuigd dat zij onderweg waren naar werkkampen ergens in het oosten. Daarom vroegen ze de lokale bevolking dikwijls naar de fabrieken in de omgeving waar ze zouden moeten werken. Zelfs terwijl ze zich al in de doorgangsgetto’s bevonden wist niemand iets af van vernietigingskampen. De meesten van hen waren volwassen mannen met hun vrouwen en kinderen. Vaak werden jonge mannen die nog tot arbeid in staat waren, in Lublin uit deze transporten geselecteerd en naar het concentratiekamp Majdanek gestuurd. In de doorgangsgetto’s was geen werk voor de gedeporteerden (in het district Lublin was nooit veel industrie geweest). Slechts een klein aantal mensen werd van Izbica naar Augustowka en Bzite gestuurd, twee kleine werkkampen van de Wasserwirtschaftsinspektion (uit WO 1).
Postcard from Izbica #1
Briefkaart uit Izbica #1*
De leefomstandigheden in deze Poolse provinciestadjes waren erg primitief. Er was gebrek aan water en voedsel, de oude, meestal houten huizen waren vernield tijdens de deportaties van hun eigenaars naar de vernietigingskampen. Deze plaatsen waren er totaal niet op berekend duizenden mensen extra te moeten huisvesten. Daarom waren de getto’s overvol (10 – 20 mensen per kamer) en stierven velen van de honger en gebrek. De situatie in Izbica (foto van getto huizen) of Piaski (één van de stadjes met een gesloten getto) is te vergelijken met die in het getto van Warschau, maar dan op veel kleinere schaal.
Onder de gedeporteerden waren veel dokters, maar er bestonden geen reële mogelijkheden om mensen te helpen, doordat er geen ziekenhuizen waren en geen medicijnen. In verklaringen van getuigen uit Izbica wordt gesproken van een groot aantal slachtoffers van een typhusepidemie. De leefomstandigheden in Izbica, Piaski en Rejowiec laten zich beschrijven als wachtkamers voor de vernietigingskampen.

Izbica Transit-Ghetto # 2
Izbica Doorgangsgetto # 2
Postcard from Izbica #2
Briefkaart uit Izbica #2
Al direct verloren de meeste gedeporteerden het contact met familie en vrienden thuis. Volgens een bijzonder bevel van het RSHA (Reichssicherheitshauptamt) van eind mei 1942, was het hun niet toegestaan brieven te sturen naar bestemmingen buiten het district Lublin. Het verbod op correspondentie gecombineerd met het ontbreken van contacten met Poolse Joden en de plaatselijke Poolse bevolking (door de taalbarrière en culturele verschillen met Poolse Joden) veroorzaakte een diepe kloof tussen henzelf en de Poolse Joden, die wel bestand waren tegen de moeilijke leefomstandigheden. Voor Joden uit het Westen betekende het leven in de doorgangsgetto’s een cultuurschok, waarvan hun brieven naar huis getuigden. Deze kloof tussen Poolse en buitenlandse Joden werd door de SS gebruikt om nog effectievere deportaties te organiseren. Heel vaak waren Duitse en Tsjechische Joden, die vloeiend Duits spraken, lid van de Judenrat (Judenrat en Piaski) en de Joodse politie in de getto’s. In Izbica bijvoorbeeld had de plaatselijke Gestapo chef, tevens burgemeester, zijn eigen privé Joodse politie, die was gerecruteerd uit Tsjechische Joden. Deze mannen namen deel aan alle razzia’s. In Izbica selecteerden Joodse politiemensen uit westelijke landen vooral Poolse Joden voor deportatie. Anderzijds deden politiemensen die uit Poolse Joden waren gerecruteerd, precies het omgekeerde.

Izbica Transit-Ghetto # 3
Izbica Doorgangsgetto # 3
In het doorgangsgetto van Izbica bestonden dubbele Joodse instellingen: twee Judenräte (één voor de Poolse Joden, één voor de Joden uit het Westen), twee comité’s voor liefdadigheid en twee Joodse politie-eenheden.
Izbica was het grootste doorgangsgetto tussen Belzec en Sobibor. Naast Duitse, Tsjechische, Oostenrijkse en Slowaakse Joden, waren er circa 4.000 Joden uit Zamosc en enkele groepen Poolse Joden uit kleinere stadjes en dorpen uit de omgeving, het land van Krasnystaw, samengebracht in Izbica, tijdens de laatste fase van de liquidaties van getto’s in het district Lublin. Het getto van Izbica was geen gesloten getto, omdat de ligging in een dal, omgeven door heuvels en een rivier, het scheiden van de slachtoffers vergemakkelijkte.
Izbica Transit-Ghetto # 4
Izbica Doorgangsgetto # 4
In Piaski en Rejowiec werden ook Poolse Joden geconcentreerd. Exacte aantallen slachtoffers die hier hebben gezeten, zijn niet voorhanden. Volgens getuigen vermoordde de SS ongeveer 2.000 Joden tijdens de laatste slachtpartij in Izbica (begin november 1942) op het plaatselijke Joodse kerkhof. Vóór hun vernietiging moesten de mensen enkele dagen doorbrengen in de overvolle brandweerkazerne. Velen stierven daar door gebrek aan frisse lucht of aan water. In Piaski werden 1.000 – 2.000 personen omgebracht tijdens de liquidatie van het getto. In Rejowiec werden honderden mensen gedood op het marktplein, en op hun weg naar het treinstation toen het getto werd geliquideerd.

Postcards from Piaski
Briefkaart uit Piaski
Naar welk vernietigingskamp de mensen precies werden doorgestuurd, is bijna onmogelijk vast te stellen. Er waren transporten uit Izbica naar Belzec of Sobibor. Volgens getuigen en schriftelijke bronnen hadden de eerste twee deportaties uit Izbica (op 24 maart 1942 en 8 april 1942) Belzec als eindbestemming. De meeste slachtoffers waren Poolse Joden. Zij werden afgevoerd omdat de SS ruimte nodig had voor gedeporteerden uit West-Europese landen. Het transport van 14 - 15 mei 1942, waartoe Duitse en Tsjechische Joden waren opgepakt, ging naar Sobibor en Majdanek (jonge mannen, in staat om te werken, gingen naar laatstgenoemd kamp), andere deportaties gingen richting Belzec en Sobibor.
Nader onderzoek verdient het kamp in Trawniki. Dit was niet alleen een werkkamp, maar ook een doorgangskamp voor veel transporten in 1942. Velen zijn gedeporteerd naar Sobibor vanuit Trawniki.

Foto's: Edward Victor *

Bronnen:
Staats Archief van Lublin: The Records of the Governor in Lublin District

Joods Historisch Instituut in Warschau: Records of the Jüdische Soziale Selbsthilfe in Izbica and Krasnystaw. Memoirs and testimonies by survivors

Privé Collectie van Robert Kuwalek: Testimonies by Kurt Thomas, Thomas Blatt and the Interviews with Polish Witnesses from Izbica

T. Berenstein: Martyrologia, opor i zaglada ludnosci zydowskiej w dystrykcie lubelskim. "Biuletyn Zydowskiego Instytutu Historycznego", No. 21 (1957)

T. T. Blatt: Sobibor. The Forgotten Revolt. A Survivor's Report. Issaquah 1998

T. T. Blatt: Nur die Schatten bleiben. Der Aufstand im Vernichtungslager Sobibor. Berlin 2000

A. Hindls: Einer kehrte zurück. Bericht eines Deportieren. Stuttgart 1965

R. Kuwalek: Getta tranzytowe w dystykcie lubelskim (Izbica, Piaski, Rejowiec, Trawniki). Lecture for the International Conference "Aktion Reinhardt". The Annihilation of the Jews in Generalgouvernement. Lublin 2002

L. Swietlicki: Piaski we wspomnieniach. Piaski 2000


© ARC 2006